Mentoraat en extra ondersteuning van leerlingen

Rust en structuur in de lessen

In elke les zorgen we voor een duidelijke start, een rustig werkmoment en een goede afsluiting. Docenten werken vanuit de methode Wijze Lessen 12 bouwstenen voor effectieve didactiek.   Hierdoor is het voor onze leerlingen duidelijk wat het doel van de les is en wat er van hen wordt verwacht. In de klas hebben we vaste regels (de zes in de klas) afgesproken over hoe we met elkaar omgaan. Zo weten leerlingen waar ze aan toe zijn en kunnen ze zich goed concentreren op hun werk. Als het een keer onrustig is, zorgen we dat dit snel wordt besproken en hersteld. We kijken dan samen wat er nodig is om het weer goed te laten lopen in de les.

Samen werken aan respect en veiligheid

We vinden het belangrijk dat iedereen zich gehoord en gezien voelt. Wij werken vanuit de visie Verbindend Gezag. We spreken met leerlingen over hoe ze met elkaar omgaan, en wat ze kunnen doen als iets niet goed voelt. Als er ruzie of onenigheid is, gaan we in gesprek en verbinden wij consequenties aan het gedrag, maar blijven wij in verbinding. We zoeken samen naar oplossingen en kijken hoe we het vertrouwen kunnen herstellen. Zo leren leerlingen verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag.

 

Aandacht voor ieder kind Iedere leerling is anders. Daarom kijken we naar wat een leerling nodig heeft om goed te kunnen leren. Soms betekent dit extra uitleg, soms juist meer uitdaging of begeleiding bij gedrag of planning. Mentoren en docenten stemmen dit onderling goed af. Wij hebben op structurele momenten leerlingenbesprekingen, voortgangsbesprekingen, coachmomenten en driehoek gesprekken. Sommige leerlingen hebben een LeerWegArrangement (LWA). Wij stellen dan samen met de ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen een ontwikkelperspectiefplan (OPP) op. Met de juiste ondersteuning zorgen wij er gezamenlijk voor dat de leerlingen het meeste uit zichzelf halen. De mentor zorgt bij de start van leerlingen in de eerste klas voor een goed verloop van de introductiedagen. In de onderbouw blijft de klas in principe de hele onderbouwperiode bij dezelfde mentor. Elke mentor verzorgt de mentorlessen van zijn/haar eigen klas om onder andere te werken aan goed klas-/leerklimaat. De mentor draagt zorg voor de ontwikkeling en resultaten van de leerlingen. Daarom heeft elke leerling regelmatig een coachgesprek met de mentor. Wanneer nodig kan de mentor zorgen voor extra ondersteuning. De mentor helpt de leerlingen met het maken van keuzes voor de bovenbouw, samen met de schooldecaan. Bij de overstap naar de bovenbouw krijgen de leerlingen een nieuwe mentor. De nieuwe mentor bereidt de leerlingen in de bovenbouw voor op het eindexamen. Veel aandacht gaat dan uit naar leren plannen en studeren. De mentor ondersteunt, samen met de decaan de leerlingen bij de keuze voor vervolgonderwijs. Dit heet loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). De mentor is altijd de contactpersoon tussen school en ouder(s)/verzorger(s). De mentor bespreekt de vorderingen met de leerling en ouder(s)/verzorger(s). De mentor zorgt voor de basisondersteuning. Als een leerling extra hulp nodig heeft bij leer- of sociaal-emotionele problemen, kan de school extra ondersteuning bieden.
Aanvullende ondersteuning Soms hebben leerlingen meer ondersteuning nodig dan hierboven beschreven. Dan is er naast didactische (leer) ondersteuning ook ondersteuning nodig op het gebied van sociaal-emotioneel functioneren en gedrag.  Op het Echnaton hebben we verschillende mogelijkheden voor aanvullende ondersteuning. Deze mogelijkheden hebben wij hieronder beschreven. Wanneer leerlingen aanvullende ondersteuning ontvangen, zijn de leerlingcoördinator en ondersteuningscoördinator, naast de mentor, altijd betrokken. Vaak denkt onze schoolpsycholoog ook mee over de passende ondersteuning. Over het algemeen hebben leerlingen die aanvullende ondersteuning ontvangen een OPP. Hierin staat beschreven wat de sterke kanten en minder sterke kanten zijn van de leerling. Gezamenlijk met leerling en ouder(s)/verzorger(s) maakt de ondersteuning een plan van aanpak. Hierover denkt de leerling en zijn/haar ouder(s)/verzorger9s) zelf mee. Het OPP wordt minimaal 1 keer per jaar met de leerling en ouder(s)/verzorger9s) geëvalueerd. In principe voeren we de aanvullende ondersteuning in de klas uit. Didactische ondersteuning Plus Mocht de didactische ondersteuning binnen de klas niet voldoende blijken kan er een kort ondersteuningstraject buiten de lessen om plaatsvinden. Dit gebeurt in overleg met de mentor, ouder(s)/verzorger(s), leerlingcoördinator en didactische ondersteuner. Voor deze leerlingen wordt door de mentor in samenwerking met de didactisch ondersteuner een OPP opgesteld. Leerlingen met TOS Leerlingen met een actueel TOS-arrangement krijgen wekelijks op school ambulante begeleiding vanuit Viertaal. Hiervoor wordt door de mentor in samenwerking met leerling, ouder(s)/verzorger(s), de didactisch ondersteuner en ambulant begeleider een OPP opgesteld. Leerlingen waarbij sprake is van een TOS mogen gebruik maken van aanpassingen bij toetsen zoals tijdverlenging en verklanking. Afspraken voor deze leerlingen worden in het voor-examenjaar door leerling en didactisch ondersteuner tevens vastgelegd in een SIMEA-document i.v.m. aanpassingen bij (school)examens. Dit document wordt met ouder(s)/verzorger(s) gedeeld en wordt opgenomen in het digitale dossier van de leerling.
Voor sommige leerlingen blijkt dat er maatwerk op het gebied van onderwijs, maar soms ook zorg, geboden moet worden. Dit kunnen wij waar nodig zowel intern als extern met onze ketenpartners bieden. Vaak is Passend Onderwijs Almere bij deze maatwerk trajecten betrokken. Bij deze trajecten zijn onze orthopedagoog en/of schoolpsycholoog betrokken. Inbreng en invloed van leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) op het ondersteuningsaanbod Wij vinden het als school belangrijk dat leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) meedenken over de extra hulp die wij op school geven. Wij bespreken dan, middels de doelenkaart, direct met leerling en ouder(s)/verzorger(s) of zij tevreden zijn met het ondersteuningsaanbod. Dit doen we op verschillende manieren:
  • De Medezeggenschapsraad (MR), waar zowel ouder(s)/verzorger(s) als leerlingen in zitten.
  • Het ouderpanel
  • Het leerlingenpanel.
  • Gesprekken met de leerling, de ouder(s)/verzorger(s) en de mentor (de driehoek).
  • Individuele gesprekken met de mentor of de mensen van de leerlingbegeleiding.
  • Digitale vragenlijsten
Wij zorgen ervoor dat leerlingen de mogelijkheid krijgen om hun mening te geven. Elk kwartaal is er per afdeling een overleg met het leerlingpanel. Ook praten de directie en de MR elk jaar over hoe de medezeggenschap beter kan. Wij gebruiken de mening van de ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen goed bij het nemen van besluiten rondom de ondersteuning. Op deze manier werken we samen aan een school waar elke leerling zich gehoord, gesteund en gewaardeerd voelt.
Echnaton valt onder de 'Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling'. In deze meldcode staat welke stappen gezet moeten worden bij een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Een meldcode bestaat uit vijf verplichte stappen:
  1. Signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling in kaart brengen.
  2. Overleggen met collega's (psycholoog/pedagoog van de afdeling) en eventueel met Veilig Thuis.
  3. Gesprek voeren met de leerling en/of met de ouders.
  4. Wegen van huiselijk geweld of kindermishandeling.
  5. Heb ik op basis van de stappen 1 t/m 3                                                                                                                                                                                                                                                                                                          a) een vermoeden van/is er sprake van huiselijk geweld of kindermishandeling?                                                                                                                                                                                                                  b) een vermoeden van/is er sprake van acute of structurele onveiligheid?
Beslissen:
  1. Is melden noodzakelijk?
  2. Is hulp bieden/organiseren (ook) mogelijk?
  3. Ben ik in staat effectieve (passende) hulp te bieden of te organiseren?
  4. Werken betrokkenen mee aan de geboden of georganiseerde hulp?
  5. Leidt deze hulp tot duurzame veiligheid?
Didactische ondersteuning richt zich op leerlingen met dyslexie, dyscalculie, TOS (Taalontwikkelingsstoornis), NT2 (Nederlands als tweede taal) en eventuele andere hulpvragen op didactisch gebied (thuiszitters, ASS, ADHD, etc). De ondersteuning wordt grotendeels in de klas door de vakdocent geboden tijdens de lessen en toetsen. De docent kan hierbij gebruik maken van ondersteuning in de vorm van advies of een lesobservatie door een didactisch ondersteuner. In de beginfase van het eerste schooljaar op Echnaton vormt een startgesprek tussen didactisch ondersteuner en leerling het begin van de ondersteuning. Leerling en didactisch ondersteuner bespreken bij welke ondersteuning/aanpassingen de leerling het meest gebaat is op basis van het bestaande dossier en ervaringen van de leerling. Deze informatie wordt vervolgens gedeeld met mentor, ouder(s)/verzorger(s) en docententeam. De uitnodiging voor dit gesprek komt voort uit de overdrachtsgegevens van de leerling.   Dyslexieverklaringen of onderzoeksverslagen zijn noodzakelijk  bij het starten van de didactische ondersteuning. Ouder(s)/verzorger(s) worden jaarlijks uitgenodigd voor een informatieavond waar (nieuwe) informatie rondom didactische ondersteuning wordt gedeeld.  Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen ondersteuning bij toetsen en examens, maar ook tijdens de gewone lessen van de desbetreffende vakdocenten. De school volgt hiervoor een dyslexieprotocol. De ondersteuning bestaat uit aanpassingen zoals tijdsverlenging en verklanking. De didactisch ondersteuner begeleidt dit proces schoolbreed ter ondersteuning van zowel leerlingen als docenten. Voor leerling met een dyscalculie-verklaring geldt hetzelfde als hierboven beschreven.
Echnaton heeft een anti-pestprotocol. Pesten hoort niet bij Echnaton. Als er signalen zijn van pesten, nemen we dat altijd serieus. We hebben contact met alle betrokkenen, waaronder ouder(s)/verzorger(s), zodat we samen kunnen zorgen dat iedereen zich weer veilig voelt. Mocht het gedrag niet stoppen, zullen wij de juiste ondersteuning bieden, mogelijk met behulp van onze netwerkpartners. Samenwerking met externe partijen. Echnaton werkt met vaste ketenpartners uit de regio. Te denken valt aan de leerplichtambtenaar, GGD-jeugdarts, jeugdverpleegkundige en jeugdmaatschappelijk werk (JMW) en wanneer nodig politie. Samen met de partners werken wij aan een fijne schooltijd voor onze leerlingen. Daarnaast zijn een aantal organisaties binnen onze school werkzaam. Zij ondersteunen onze leerlingen op het gebied van welzijn en welbevinden. De volgende organisaties werken binnen onze school;
  • Jeugd maatschappelijk werk (JMW)
  • Oké op school
  • Tactus (verslavingszorg)
  • IMD jongerenwerk
  • Impactschool
  • Halt
Wanneer we één van deze organisaties inzetten, bespreken we dit altijd met ouder(s)/verzorger(s) en de leerling.  
Het proces van studie- en beroepskeuze begint al in het eerste leerjaar en loopt door tot de opleiding na het voortgezet onderwijs.  De decaan ondersteunt mentoren, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) in dit keuzeproces. De decaan zorgt voor voorlichtingsmateriaal over studie- en beroepskeuze en begeleidt leerlingen die extra hulp nodig hebben bij hun loopbaanontwikkeling. Verder organiseert de decaan diverse activiteiten die leerlingen helpen bij hun oriëntatie op de toekomst. Voorbeelden zijn de opleidingenmarkt, Almere On Stage en samenwerking met het bedrijfsleven. Ook beheert de decaan actuele informatie over opleidingen en beroepen, zodat leerlingen goed geïnformeerd keuzes kunnen maken.